Wat zijn de bijzondere kenmerken van een sauna-cabine?
De saunacabine is het hart van iedere saunabadinrichting en het meest karakteristieke hulpstuk voor het Finse badritueel. Er bestaat echter geen reden om aan deze heteluchtkamer bepaalde mystieke eigenschappen toe te kennen ( vroeger: de “saunageest”, nu/ radioactieve “straling”).
De saunacabine is overal in Finland en dus ook bij ons van hout opgetrokken en heeft inwendig een aantal banken , dat achter elkaar op verschillende hoogten naar boven toe zijn gerangschikt, zodanig dat de bovenste plank zich op ongeveer 1 meter van het plafond bevindt.
De open lattenconstructie van de banken maakt het mogelijk dat de aan het lichaam van de baders afgekoelde “slechte” lucht direct omlaag kan zakken naar de bodem, waar bij een goed geventileerde saunacabine de afgewerkte lucht continu dient te worden afgezogen. De toevoer van verse lucht moet altijd zodanig geschieden dat deze via de sauna-oven en verhit tot temperaturen boven de 100 °C de cabine kan binnenstromen om deze ruimte van bovenaf te verwarmen en/of op temperatuur te houden.
De meeste sauna’s worden uitgerust met een elektrische sauna-oven, maar bij de grotere commerciële sauna’s gebruikt men ook vaak olie of gas als brandstof. Boven op de oven liggen de saunastenen (graniet,dioriet, peridotit)waarop water gegoten kan worden om de vochtigheidsgraad van de lucht te verhogen.
De praktijk heeft ons geleerd dat Canadees Hemlock en Scandinavisch Vuren of –grenen de beste houtsoorten voor de bouw van een saunacabine zijn. Voor de banken wordt echter bij voorkeur Afrikaans Abachi of inlands peppelhout gebruikt.
Het saunaklimaat wordt gekenmerkt door temperaturen van 100 °C bij het plafond gemeten en dan afdalend tot ongeveer 40 °C bij de vloer met een vochtigheid van 10-30 gram water per kubieke meter droge lucht , wat overeenkomt met 2-5%relatieve vochtigheid bij 100 °C , 3-10 % relatieve vochtigheid bij 80 °C , 5-12% relatieve vochtigheid bij 70°C of 8-23% relatieve vochtigheid bij 60 °C gemeten.
Het verschil in vochtigheidswaarden houdt verband met het toenemend vermogen van de lucht om bij stijgende temperaturen meer vocht op te nemen. Vochtigheidswaarden die men in de cabine op een hygrometer kan aflezen gelden dus uitsluitend voor de temperatuur waarbij ze gemeten worden.Vandaar dat men in de meeste saunacabines een gecombineerde thermoshygrometer aantreft.
Om het houtwerk van de cabine op de juiste stralingstemperatuur te brengen moet men wel vroegtijdig met de opwarming van de cabine beginnen. Het duurt ongeveer 30 tot 60 minuten vanaf het ogenblik dat voor het eerst een temperatuur van 100 °C in de cabine gemeten kan worden totdat de sauna werkelijk “gaar” is. En dat brengt de totale opwarmtijd op zo’n 75 tot 150 minuten.